In een potje snelschaak met Ton, ontstond er de volgende curieuze stelling:
Wit staat schaak, dus is uiteraard aan zet.
Zonder verder na te denken sloeg ik de toren:
1. Dxb2
Op dit moment staat wit een paard, een loper en een toren voor en heeft zwart enkel nog een dame! Maar...
1. ..Dxe1+
Vreemd genoeg haalt zwart alle zojuist genoemde stukken terug. Of wit nu Dc1 speelt of Kc2 om het schaak op te heffen, de volgende zet wordt
2. ..Dxe4+
En daarna valt de loper op e6 ook!
Zwart blijft een pion voor en zou makkelijk moeten winnen.
Via een listig valletje wist ik nog remise binnen te slepen door eeuwig schaak.
Maar wat had wit wel in de diagramstelling moeten doen?
1. Ka1!!
Lekker zelf in de penning gaan staan.
Als zwart de witte dame slaat, valt zijn eigen dame ook, omdat zij door het paard staat aangevallen. Op
1. ..Tb1++
Volgt nu:
2. Kxb1 Dxe1+
3. Kb2
Dat kan, omdat de witte dame nu op b5 staat in plaats van op b2 en na
3. ..Dxe4
Is het geen schaak dus:
4. De8+ Kb7
5. Lc8+ Kb8
6. Dxe4 fxe4
7. La6
Met een eenvoudige winst.
Ik heb een dame nog nooit zo in de weg zien staan!