De sprinkhaan op het aanrecht
Kijkt toe hoe de vlierbloesems ontwaken
In gasparels
Wij spoelen oude bloemen weg
Van voorvaderen
Die geheimen kenden
Van moeders
Die niet bemoederden
Terwijl het zoet over onze lippen komt
De zee tegen onze wangen klotst
Leren wij dat ook zij niet gebakerd zijn
Toch hielden ze bladeren boven onze hoofden
Aten we oorzwammen
Gaven ze ons bessensap
Met hun handen waarschuwden ze voor het doornstruweel
De kinderen drinken gulzig
Laven zich aan de liefde
Als alle flesjes leeg zijn
Rusten zij zacht
Dan wipt de sprinkhaan op
Dartelend vooruit
Vindt een vlier
Strijkt haar lied
16-08-2022
schreef op 11 Nov, 2024:
p2q3x9
schreef op 14 Jul, 2024:
9tj7vx
schreef op 28 Apr, 2024:
dnisvu