Soms ga ik rijden
Negentachtig op tachtigkilometerwegen
Omdat ik dat getal mooi vind
Ik snoep plakrozijnen uit een rood doosje met jouw naam er op
Het ligt op de bijrijdersstoel
Die ik liet vallen
Vond ik nog niet terug
Wel laurierdrop dus bij bliksem zijn we veilig in de auto
Het kind dat ik zag
In de koplampen weerspiegelde mijn ziel
Gaf ik in dankbaarheid troost en veiligheid
Nu rust het geheel
Het wordt nooit vijf voor twaalf
Geen angst meer voor de nacht
Soms zing ik opera mee
Het repeterend timbre
Poetst de laatste blinde vlekken weg
Zonder bleek of suikerwater
Maar met maanlicht op het netvlies
Het voertuig schrijft verder
Geen specifieke bestemming
Maar altijd naar jou
Want daar ben ik thuis