Enkele twintigers kwamen voorbij zonder mondkapje.
"Oh," zei de grijste. "Daar kan ik zo sacherijnig van worden!"
Ze zette haar kunstgebit woest in een pretzel.
Op de derde dag stapte ik uit de auto omdat het regende. Aan de overkant van de straat zag ik een buurtbewoner ijlings zijn voorruit schrobben. Ik keek hem bevragend aan.
"Ja, die duif heeft weer op mijn auto zitten schijten," zei hij. "Oh, daar kan ik zo sacherijnig van worden!"
Van al het bovenstaande word ik niet sacherijnig. Wel van onvindbare muggen, vlekken in kleding, bladblazers voor de ochtendstond, keuzebeperking, slaapgebrek, aanbranders en honger.