Zen I

Het was bloedheet in de auto. Voor mij reed een oude dame vijftig waar je tachtig mag. Ik bumperkleefde. Eindelijk thuis stond er een oude, stinkende volkswagenbus op "mijn plek" voor het huis. Moest ik om de hoek parkeren. Met de papierkliko aan de hand zocht ik koortsachtig mijn sleutels. Lagen nog op de zaak.
Buitensporig sacherijnig reed ik veel te hard in veertien minuten naar het bedrijf, ondanks alle rode stoplichten. Op de snelweg toeterde ik agressief naar een appende automobilist. Op het industrieterrein trok ik als een bezetene op, toen het beveiligingshek eindelijk geopend was.

Een kat stak over. Hij was wit met een zwarte en een oranje vlek. Geschrokken van de motor, hoog in de toeren, maakte hij rechtsomkeert, zodat hij net niet onder de gillende banden van mijn auto kwam.

Ik stond stil. Sloot mijn ogen en haalde adem. Steeds weer. Minutenlang.

Langzaam reed ik verder. De collega kwam mijn huissleutels brengen.
"Ik hoorde je al aankomen, maar het duurde nog lang voordat je hier was!?"
"Ja, ik had haast en was sacherijnig."
"Nu niet meer?"

Nee, nu niet meer.

Op de snelweg liet ik een heer met een caravan voorgaan. Toen ik hem later inhaalde, groette hij een uiterst vriendelijk bedankje. Ik hield mij aan de aangegeven snelheden. Veel stoplichten stonden op groen. Een kwartiertje later reed ik mijn straat in. De Volkswagenbus was verdwenen. Ik parkeerde voor de deur. Zette de kliko achter het huis. Gaf Tijger eten en veel aai.

Reacties:

Nog geen reacties.

Schrijf een reactie:

Naam of iets dergelijks:

Uw onverplichte emailadres:

Reactie:

Hoeveel is 7 plus 3?